Week (bal)

  • 10+

De spelers nemen plaats in een kring. De spelleiding stelt een vraag en gooit de bal naar de speler voor wie de vraag is, die antwoord geeft en een volgende vraag stelt. Is er geen bal voor handen kun je ook enkel de naam noemen. De antwoorden van de vragen moeten beginnen met de letter van de dag die gegeven wordt. Een antwoord mag maar 1 keer in heel het spel gegeven worden en er moet binnen … seconden worden geantwoord.

Bijvoorbeeld:
– Kim wat eten jullie op woensdag? Kim geeft als antwoord: op Woensdag eten we Worteltjes.
– Anke, wat snoep jij op zaterdag? Op zaterdag snoep ik van… Zuurtjes/ Zoute drop/…

Nodig: bal