Bij dit spel moeten de kinderen snel overspelen en vooral goed vrijlopen. Er worden 2 teams gemaakt, bijv. 1 jongens- en 1 meisjesteam. De meisjes vullen een ballon en proberen deze tien keer naar elkaar over te gooien, zonder dat deze door de jongens wordt onderschept. Er mag niet gelopen worden met de ballon. De ballon mag wel uit de handen worden geslagen. Als de ballon onderschept wordt, mag het andere team het water uit de ballon in hun emmer gooien. Valt de ballon stuk, jammer geen water. Lukt het om 10x over te gooien, dan mag dat team de ballon in de eigen emmer leeggooien. De ballon mag niet teruggegooid worden naar het kind, waar ze de ballon van gekregen hebben. Als de ballon buiten het speelveld valt gaat de beurt naar de andere groep. Het team met het meeste verschil aan water in de emmer is winnaar.
Nodig: ballonnen, 2 emmers, water, touw of krijt om het veld af te bakenen, fluitje, scheidsrechter