Maak tweetallen. Een kind wordt door een ander kind van het duo geblinddoekt naar een boom geleid, die hij heeft uitgezocht. Hij moet deze boom goed betasten met zijn handen. Daarna brengt het kind, het geblinddoekte kind via een omweg weer terug. De blinddoek mag nu af en op de vraag: ‘welke boom was het?’ moet hij proberen te ontdekken welke boom hij betast heeft. Hierna worden de rollen omgedraaid en krijgt de begeleider de blinddoek voor.
Nodig: bomen, blinddoeken