Eén iemand gaat omgekeerd tegenover de groep zitten. De leiding wijst iemand aan, die op de rug moet tikken en zegt: “tik tik wie ben ik?”
De speler moet raden wie op zijn rug heeft getikt.
Nodig: Niets.
Eén iemand gaat omgekeerd tegenover de groep zitten. De leiding wijst iemand aan, die op de rug moet tikken en zegt: “tik tik wie ben ik?”
De speler moet raden wie op zijn rug heeft getikt.
Nodig: Niets.