De kinderen staan of zitten in de kring en hebben de handen vast. Een kind staat in het midden. Iemand in de kring zegt; ik telefoneer naar… (een naam). Vervolgens wordt de verbinding door het knijpen in elkaars hand doorgegeven. Wanneer degene naar wie gebeld wordt een knijpje voelt, roept deze Tringggg, voordat degene in het midden van de kring de verbinding verbroken heeft door te zeggen waar de verbinding is.
Telefoontje
Er wordt een signaal doorgegeven, de speler in het midden raadt waar dit signaal is