Leg een stuk bubbeltjesplastic op de vloer, ongeveer halverwege de speelzaal. 1 kind (de luistervink) gaat met zijn rug naar het plastic toe, aan de ene kant van het speelveld staan. De andere kinderen gaan aan de andere kant van het speelveld staan. Op het startsein moeten alle kinderen naar de luistervink sluipen. Wanneer de luistervink denkt dat zijn groepsgenoten op het plastic staan, of heel dichtbij zijn, roept hij/zij STOP. Alle kinderen stoppen en de luistervink draait zich om. Er wordt dan bekeken hoeveel kinderen op het belletjesplastic staan. Daarna mag een andere kind de luistervink zijn. Krijgt hij/zij het beter voor elkaar om zoveel mogelijk kinderen op het plastic te horen staan?
Nodig: bubbeltjesplastic