In het bos vind je ook vaak spinnenwebben en spinnendraden. Een speler is de spin, die gaat met een leider het bos in. Ze hebben een touw of stevige draad bij zich. Onder het lopen wordt de draad afgerold en rond boomtakken, boomstammen en struiken gewikkeld. Aan het einde van de draad verstopt de spin zich achter een boomstam of onder een struik.
Op een fluitsignaal mag telkens een spinnenzoeker bij het begin van de draad van start gaan. Een van de spinnenbegeleiders die de tocht meelopen, drukt de stopwatch in en noteert de vertrektijd op een memoblokje. Via de draad haasten de zoekers zich naar de spin. Zodra ze de spin gevonden hebben en aangetikt, wordt de stopwatch ingedrukt en de eindtijd genoteerd. Het briefje met de tijd wordt bij de spinnenzoeker op het voorhoofd geplakt. Wie weet in de kortste tijd de spin te bereiken?