Alle kinderen staan in een kring. Een meisje en een jongen krijgen een bolletje wol en houden het uiteinde vast. De jongen gooit het bolletje naar een andere jongen, waarvan hij de naam kent en spreekt daarbij de naam hardop uit. Deze jongen houdt de wollen draad vast. Daarna gooit het meisje de bol naar een ander meisje, waarvan ze de naam hardop zegt. Dit meisje houdt de draad vast. Nu is de jongen weer aan de beurt om te gooien, enz. Op deze manier ontstaat er een kleurig spinnenweb en leren ze elkaar bij de naam kennen.
Nodig: 2 bollen wol