Een spel dat veel behendigheid vereist! Wie niet snel en hoog genoeg springt, wordt door de ‘slang gebeten’ en mag niet meer meedoen. Er wordt geloot wie de spelleider is, diegene moet het touw bewegen (de slang). De spelleider gaat gehurkt in het midden van de spelruimte zitten en houdt het uiteinde van het touw vast en beweegt het touw vlak boven de grond als een slang. Als hij roept: “andere kant op”, moeten alle spelers over de ‘slang’ heen springen. Wie het touw raakt is door de ‘slang gebeten’ en is af en gaat aan de kant wachten. Wie het ‘t langst volhoudt is de winnaar.
Alternatief: als een speler het touw de eerste keer raakt is hij “gebeten”, de tweede keer “vergiftigd” en de derde keer is hij “dood”. In het laatste geval mag hij niet meer meedoen.
Nodig: touw