Alle kinderen nemen plaats in de kring en trekken de schoenen uit. De leiding wijst één van de kinderen aan die in het midden van de kring mag plaatsnemen, bij de schoenen. Het kind in het midden krijgt een blinddoek op. De leiding wijst nu een van de kinderen in de kring aan, hij of zij mag proberen de eigen schoenen te jatten. Wanneer hij/zij niet getikt wordt door het geblinddoekte kind, is het gelukt.
Nodig: de schoenen van de deelnemende kinderen, blinddoek (theedoek of bijv. shirt)