De groep wordt verdeeld in 2 teams die om de beurt het spel spelen. Een kind van het team blijft staan, terwijl de anderen even de ruimte verlaten. Hij krijgt een verhaal te horen wat hij daarna aan de volgende verder moet vertellen. De volgende die het verhaal aanhoort moet dit ook weer door vertellen. De laatste van het team moet het verhaal weer vertellen aan de vrijwilliger die het verhaal op papier heeft staan. Alles wat niet verdraaid is, dus recht uit het verhaal komt, is een punt waard. Bijv: de dikke bruine knol van boer Piet eet elke dag verse oranje worteltjes uit… Goed: Dikke bruine knol, Fout: een knol Goed: boer Piet, Fout: boer of Piet
Nodig: een verhaal op papier