Voor dit spel heb je een beeldhouwer, een koper en veel beelden nodig. In het begin staan alle kinderen die voor beeld spelen op een rij. De beeldhouwer komt binnen en wil deze dag eens flink wat beelden maken. Een voor een pakt hij de ‘beelden’ bij een arm, zet ze op een vrije plaats en draait ze om, of geeft er een duwtje tegen. Het kind staat nu in een bepaalde houding, die even vol te houden is. Terwijl ze zo staan bedenken ze voor zichzelf een beweging of handeling, die vanuit die positie gemaakt kan worden en bij het beeld hoort. Dan komt de koper binnen. Hij bekijkt de beelden en zegt welke hij wil proberen. Door zogenaamd op het knopje te drukken, kan het beeld aan- en uitgezet worden. Nadat de beelden bekeken zijn, kiest de koper een beeld uit.