We zijn op een middeleeuwse markt waar iedereen uit de omgeving komt om goederen te kopen en te verkopen. De groep staat in een kring. In het midden staat 1 kind met de mand met tennisballen. Hij is de marktkoopman en probeert zo snel mogelijk van zijn appels af te komen en gooit ze een voor een uit de mand en zegt bij iedere worp: ‘en nog een, en nog een’. De anderen in de kring proberen de ballen te vangen en terug te gooien in de mand. Na 2 minuten wordt de marktkoopman afgewisseld, wie ‘verkoopt’ de meeste appels?
Nodig: mand en veel tennis- of stoffen ballen