Twee memoryspelers gaan buiten het zicht van de rest van de groep staan. De rest van de groep maakt tweetallen. Elk tweetal verzint een korte beweging. De groep gaat verspreid staan.
De memoryspelers komen nu weer terug en beginnen het spel. Een speler wijst twee kinderen van de groep aan. Deze doen hun beweging die ze vooraf hebben afgesproken. Doen de twee dezelfde beweging, dan heeft de speler een memory en mag nog een keer. Het tweetal gaat bij hem in de buurt staan. Zijn de bewegingen anders, dan is de andere speler aan de beurt.
Nodig: niets
Variant: De tweetallen kunnen ook dierengeluiden maken of een woord zeggen.