In het bos liggen acht schatten begraven. Aan de schatten zit een draad vast in een bepaalde kleur. Het begin van de draden is te vinden aan de rand van een afgezet terrein van 50 bij 50 meter. Naast de acht draden die leiden naar de schat, liggen nog 12 andere draden. Deze draden eindigen in het niets. In groepjes van 2 gaan de kinderen op pad. Ze lopen langs het afgebakende terrein en zoeken een draad op. Heeft het tweetal een draad gevonden dan rollen ze die op tot het einde. Heeft het tweetal geluk, dan zit er aan de draad een schat. Heeft het tweetal pech, dan eindigt de draad in het niets. De bedoeling is zo snel mogelijk alle aanwezige draden op te rollen en zoveel mogelijk schatten te bemachtigen.
Nodig: 8 “schatten”, draden in verschillende kleuren