De eerste speler die aan de beurt is, zegt de zin “Ik ga op kamp en ik neem mee …” hardop. Vervolgens noemt hij of zij dan een voorwerp op. De beurt gaat dan over naar de tweede persoon. Ook hij/zij zegt de zin “Ik ga op kamp en ik neem mee …” hardop. Vervolgens noemt hij/zij het voorwerp dat de eerste persoon heeft gezegd en verzint zelf een nieuw artikel. De nummer drie noemt dan in de juiste volgorde de artikelen op die de eerste twee personen hebben opgenoemd, en verzint er weer een voorbeeld bij. Op deze manier wordt de keten van woorden steeds langer.
Ik ga op kamp en ik neem mee
Het klassieke spelletje ik ga op vakantie en ik neem mee