Zowel de spelleider als de deelnemers hebben een schoteltje in de hand. De spelleider legt uit wat de bedoeling is; wrijf op het schoteltje en dan op je neus, wrijf met je vingers op de rand van het schoteltje en dan op je voorhoofd. Wrijf met je vinger onder het schoteltje, wrijf met je vinger op je wang. Dan weer op het schoteltje en op de kin, tot slot weer onder het schoteltje en dan op je voorhoofd. De spelleider heeft een schoon schoteltje en doet het een keer voor. Van de deelnemers hebben een aantal een schoteltje met roet aan de onderkant (kaars/ aansteker) en die zijn dan aan de beurt.
Nodig: schone en besmeurde schoteltjes