Twee kinderen spelen voor haas. Zij krijgen een fluit en mogen 2 minuten vooruit vertrekken. Zij moeten om de 150 passen, nadat de leider 2 minuten na hun vertrek het beginsignaal heeft gegeven, een keer op de fluit blazen. De omgeving moet wel flink bebost zijn en de hazen moeten een onregelmatige weg afleggen. De hazen mogen zich ook verbergen en hoeven niet te fluiten als ze niet in beweging zijn. Als de honden niet horen fluiten, weten zij dat de hazen zich verborgen houden. Een haas mag niet langer dan 5 minuten op dezelfde plaats blijven.
Als een haas gepakt wordt, worden 2 nieuwe hazen aangewezen, alles wordt teruggeroepen en het spel begint opnieuw.
Nodig: 2 fluitjes