Vorm kleine groepjes. Ieder groepje krijgt een dobbelsteen, papier en potlood. De eerste speler gooit met de dobbelsteen en schrijft zijn score op papier. Nu heeft hij de keuze: nog een keer gooien, of de dobbelsteen doorgeven aan nummer 2. Gooit de eerste speler nog een keer en gooit hij hetzelfde aantal punten, dan is hij af en vervallen ook de vorige punten. Gooit hij de tweede, derde en zelfs vierde keer telkens een andere score, dan heeft hij natuurlijk geluk en mag de scores bij elkaar optellen. Het is dus een kwestie van gokken. Wie na diverse ronden als eerste 40 punten haalt is winnaar.
Nodig: dobbelstenen, papier, potloden