In Oostenrijk is er elk jaar een wedstrijd ‘ezeltje rijden’. Alle ezeleigenaren komen met hun ezels bij elkaar en proberen zo snel mogelijk een parcours met obstakels te doorlopen.
Verdeel de groep in tweetallen. Elk tweetal bestaat uit een ezel en een eigenaar. De eigenaren krijgen rugnummers. De ezels worden apart genomen en krijgen instructies over wanneer ze wel mogen bewegen en wanneer niet. Dus over wat de eigenaren moeten doen om de ezel aan het lopen te krijgen. Bij de obstakels gelden andere instructies. De eigenaren zijn van deze instructies niet op de hoogte. Ze weten alleen dat slaan verboden is. Dan komen ezel en eigenaar weer samen en leidt de eigenaar de ezel zo snel mogelijk over het parcours. Als de eigenaar de goede handeling gebruikt, loopt de ezel gestaag mee, zo niet… dan werkt de ezel tegen. Daarna kunnen de rollen worden omgekeerd.
Voorbeelden van instructies zijn: bij de arm nemen, poot optillen om over een obstakel te komen of de eigenaar moet het eerst voordoen.
Nodig: hindernisparcours