Elk kind, behalve 1, kiest een boom. Probeer een grote cirkel te vormen. Eén kind staat in het midden. De ene helft van de kinderen zijn eiken, de andere helft zijn populieren. Als de leiding “eiken” roept moeten alle eiken van boom verwisselen. Als de leiding “populieren” roept moeten die van boom verwisselen. Bij “eiken en populieren” verwisselt iedereen van boom. Het kind dat zich in het midden bevindt, tracht een boom te veroveren.
Nodig: bomen