De leiding legt uit dat er in het bos dieren verdwaald zijn. Alle kinderen mogen helpen met zoeken. De leiding geeft aan hoe groot het terrein is waar binnen gezocht kan worden. De begeleiders hebben een zaklamp. De volwassenen, die dierengeluid maken en gezocht worden, hebben een stift of pen op zak. De dieren in het bos maken ongeveer eens per minuut een geluid. De kinderen krijgen per groepje een kaartje mee, met daarop de nachtdieren die ze moeten vinden. Door goed te luisteren naar de geluiden sporen ze de dieren op en krijgen van elk dier een paraaf op hun kaartje.
Nodig: zaklampen, kaartje met daarop dieren, stift of pen, volwassenen die dierengeluiden kunnen nadoen, bijv. een uil, koe, aap, kip, haan, enz.