Vorm tweetallen. Ga tegenover elkaar staan en observeer de ander goed en onthoud wat hij aan heeft.
Draai nu allebei om en verander drie dingen aan jezelf. Klaar? Draai je weer om kijk elkaar aan en raad welke dingen de ander heeft veranderd.
Om het voor de kleinere kinderen makkelijker te maken kun je ook met één verandering spelen.
Nodig: Niets.