Elke maand komt er post vanuit een ander land waar de reiziger kort over vertelt. Ook stuurt hij soms een aantal souvenirtjes mee. Hier onder een aantal landen met een paar tips.
Afrika
- trommels maken van emmers met daarom heen gekleurde stroken papier die de kinderen zelf hebben vol getekend
- safaritocht, knuffels of plaatjes van dieren zoeken in de wijk/het bos
- banaanhappen als aapjes (koekhappen)
China
- kroepoek eten met stokjes
- tempels bouwen met (Kapla) blokken/hout
- gelukspoppetjes maken
Oostenrijk
- jodelen
- estafette met mutsen, sjaals en wanten
- bier (gele ranja) drinken uit bierpullen
- après-skiën (stoelendans)
- sneeuwballen (krantenproppen) gevecht
België (Land van Piet Piraat)
- schat zoeken
Italië
- macaroni ketting maken
- pizza maken (eierkoek versieren)
Australië (Aboriginals)
- hutten bouwen
- krokodillen jacht (opblaaskrokodil)
- speer gooien
- kampvuur maken
Tips:
- hang aan een draad een aantal insteekhoesjes waar je na elke keer groep te hebben gedraaid, een printje van de vlag in doet van het land waar je geweest bent. Aan het einde van het seizoen heb je een slinger met daaraan de vlaggen van alle “bezochte landen”.
- plak op een wereldkaart of bol plakkertjes bij de landen waar jullie zijn “geweest”.
- leuk is om aan het eind van het seizoen de reiziger te laten komen tijdens het groepdraaien. Koffer vol reisspullen en verhalen.
- denk bij een traktatie niet gelijk aan snoep, maar aan iets uit dat land (China: kroepoek, Frankrijk: toastjes met smeerkaas, Duitsland:(knak)worst, Australië: kiwi’s). Er zijn ook toko’s met “lekkere dingen uit verre landen”.
Nodig: een postkistje/brievenbus waar elke week/maand een brief in zit van een “reiziger”.