Ouderwetse versie:
Maak een vierkant met daarin, drie bij drie, negen vakken op papier of met stoepkrijt op de grond. Een kind tekent rondjes, de andere kruisjes.
Een kind begint en tekent zijn symbool ergens in het speelveld, op een van de 9 vakjes. De andere is dan aan de beurt. Wie als eerste drie op een rij heeft wint.
Bosversie:
Maak met takjes een rooster van boter, kaas en eieren. De kruisjes zijn nu de dennenappels en de eikels de rondjes. Wie heeft als eerste 3 op een rij?
Gymzaal versie:
Maak een groot veld met stoepkrijt of tape op de grond. Verdeel de groep in twee teams. Het ene team krijgt lintjes in een kleur, het andere team krijgt andere kleur lintjes. Beide teams staan aan de andere kant van het speelveld en per lid van het team ren je zo snel mogelijk naar het speelveld waar je het lintje dropt op een blok. Als dat gedaan is, tik je de volgende in het team aan die probeert er zo tactisch mogelijk een lintje bij te leggen tot er een team is met drie lintjes op 1 rij.
Moderne versie:
De spelleiding stuurt de groep de wijk in met een opdracht, bijv. zoek 3 handschoenen. De groep die dit als eerste voor elkaar heeft wint.
Zo kun je door gaan met meer opdrachten:
• 3 paraplu’s
• 3 verschillende koeken etc.
De groep appt steeds een foto van het voorwerp door.
Nodig: zie per onderdeel