In een cirkel staat een geblinddoekte speler met een plantenspuit. De mond van de spuit afgesteld op een fijne lange straal. De spelers in de kring geven elkaar in tegenovergestelde richting de ronde stukken karton door. Zodra de twee stukken karton bij een speler elkaar kruisen, moet deze speler de twee stukken even in zijn handen houden en “dubbel” roepen. De waterschutter in het midden moet een beetje op zijn gevoel mikken, maar zodra bij “dubbel” hoort, weet hij in welke richting de kartonnen zich bevinden. De ronde kartonnen gaan twee keer de cirkel rond en telkens neemt een andere speler in het midden plaats.
Nodig: blinddoek, plantenspuit, 2 ronde stukken karton van 30 cm doorsnede