Het spelbord heeft in totaal 14 plaatjes: 10 matchvragen, drie spinnen en een cadeautje. Deze plaatjes zijn willekeurig verdeeld en moeten worden omgedraaid.
De matchvragen zijn er in de volgende categorieën: IQ, wetenschap, de wereld, cultuur, cijfers & letters, sport & spel, natuur. Achter ieder plaatje zit een vraag. Beantwoord je de vraag goed, dan krijg je een punt. Maak je vervolgens een match, dus vind je twee dezelfde plaatjes bij elkaar, dan krijg je ook een punt. Maak je geen match of geef je een fout antwoord, dan gaat de beurt naar de andere kant.
* Drijven of zinken (emmer met water en kleine materialen): laat de kinderen raden of iets drijft of zinkt. Per goed antwoord krijgen ze een punt.
* Waar staat Henk?
De kinderen krijgen een plattegrond met een kruisje erop, dat is het startpunt. Net voor ze de plattegrond hebben gekregen horen ze van de spelleider een verhaal met aanwijzingen (linksaf, tweede straat rechts etc.). Nu ze de plattegrond hebben kunnen ze de aanwijzingen volgen. Ze noteren waar ze denken waar de aanwijzingen uitkomen.
* Rekensommen
* De spelleiding beeld een rebus uit (in gebaren of met materiaal) die opgelost moet worden.
Nodig: zie per onderdeel