Alle kinderen op een na, staan in de ruimte. Zij zijn de beelden van het museum met allemaal een andere lichaamshouding. Ze mogen niet bewegen. Dan komt de poetsvrouw binnen met een stofdoek. Ze gaat de beelden afstoffen. De beelden mogen hierbij niet lachen. Maar als de poetsvrouw met de doek plagend in de neus van een beeld knijpt, komt dit tot leven. Het levende beeld gaat nu achter de vrouw aan en probeert haar te tikken. Als het beeld de poetsvrouw tikt, dan wordt de poetsvrouw een beeld en het beeld wordt dan poetsvrouw in het volgende spel.
Nodig: stofdoek