De Arbowet is over het algemeen niet van toepassing op vrijwilligers. Alleen voor de bescherming van kwetsbare groepen (jongeren onder de 18 jaar en zwangere vrouwen) zijn aanvullende voorschriften van toepassing. Ook als er werk wordt gedaan met bijzondere risico’s, zoals grote fysieke belasting, werken met gevaarlijke stoffen, of werken op hoogte, gelden de arbovoorschriften.
Dit betekent dat elke afdeling of organisatie zelf de verantwoordelijkheid moet nemen voor veilige en gezonde werkomstandigheden. Veilig en gezond werken moet dus een aandachtspunt zijn!
Je zult als afdeling van Jong Nederland voortdurend bezig moeten zijn met de arbeidsomstandigheden. Dit is niet alleen vanwege de aansprakelijkheid, maar ook in het belang van de organisatie en de vrijwilligers. Elke afdeling is zich ervan bewust dat het moeilijk is vrijwilligers te werven en dat het belangrijk is om vrijwilligers binnen je afdeling te koesteren. Daarvoor moeten in ieder geval arbeidsomstandigheden geboden worden waarbij vrijwilligers zich fijn voelen. Met onveilige en ongezonde situaties wordt het tegenovergestelde bereikt en zullen vrijwilligers wegblijven.
Lees meer over veilige arbeidsomstandigheden voor vrijwilligers op het Platform Vrijwillige Inzet en op het Arboportaal.
Waar moet je voor zorgen?
Zoals gezegd ben je als afdeling verantwoordelijk voor veilige en gezonde werkomstandigheden voor je vrijwilligers. In het algemeen komt het erop neer dat vrijwilligers veilige toegang tot de werkplek hebben en deze, ook in geval van nood, veilig kunnen verlaten. Ook moet de werkplek zodanig zijn ingericht dat er veilig gewerkt kan worden (bijvoorbeeld groepdraaien) en moet er voorlichting en veiligheidsinstructies worden gegeven zodat materiaal en werktuig veilig gebruikt worden. Ook de aanwezigheid van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals veiligheidsbrillen en beschermende kleding vallen hieronder.
Het begint met een RI&E
De basis voor veilige en gezonde werkomstandigheden is het goed in kaart brengen van de risico’s van de werkzaamheden van de vrijwilligers.
Risico-inventarisatie & -evaluatie https://www.rie.nl/voor-bedrijven/
Als het goed is heb je dit als afdeling al gedaan. Je hebt die inventarisatie dus niet voor niets gedaan! Je kunt ook gebruik maken van de Arbolijst van Jong Nederland of de digitale risico inventarisatie voor het vrijwilligerswerk op www.arboportaal.nl
Beroepskrachten
Zoals gezegd is de Arbowet niet van toepassing op vrijwilligers. Vrijwilligers zijn personen die niet beroepshalve werkzaam zijn voor organisaties zonder winstoogmerk. Zodra er sprake is van een loonrelatie is er dus geen sprake meer van vrijwilligerswerk. De onkostenvergoeding die je aan vrijwilligers kunt uitkeren (maximaal 1700 euro per jaar) wordt buiten beschouwing gelaten.
Sommige afdelingen hebben een beroepskracht in dienst. Voor deze afdelingen is de Arbowet volledig van kracht. Als het aantal uren per week niet meer dan 40 uur bedraagt (van alle beroepskrachten samen), mag je de RIE zelf uitvoeren en hoef je daarvoor geen Arbodienst in te schakelen. Boven de 40 uur per week is dat wel verplicht.
http://jongnederland.nl/informatie/veiligheid/arbo
- RIE uitleggen
- Boekje Arbo voor vrijwilligersorganisaties?? Nog nodig?
- Wanneer is iemand een vrijwilliger
- Beroepskrachten
- Arbocoördinator
- Bespreekbaar maken van veiligheid
- Stappenplan arbobeleid
Voor de vrijwilligers is het niet verplicht BHV-ers aan te stellen. We raden het wel aan! Bedenk wel dat wanneer je een evenement organiseert met grote groepen bezoekers (bijvoorbeeld een dorpszeskamp), je ook verantwoordelijk bent voor de veiligheid van deze bezoekers. Bij ongevallen of calamiteiten moet er adequaat gehandeld worden. Je moet er dan voor zorgen dat er mensen aanwezig zijn die dat kunnen en eerste hulp kunnen verrichten. Vaak wordt dit ook als eis gesteld in de evenementenvergunning van de gemeente.
Je moet er voor zorgen dat het werk wat de vrijwilligster binnen je afdeling doet geen negatieve invloed heeft op de zwangerschap of borstvoeding. Vaak zal het aankomen op goed overleg met de betreffende vrijwilligster. Een extra verplichting die de wet oplegt aan vrijwilligersorganisaties waar zwangere vrouwen werkzaam zijn, is het creëren van een rustruimte, waar iemand zich terug kan trekken voor borstvoeding of rust.
Vrijwilligers onder de 18 jaar worden binnen de Arbowet, gezien hun beperkte ervaring en deskundigheid, beschouwd als kwetsbare groep voor wie een aantal voorschiften binnen de wet van toepassing blijft. Als er specifieke gevaren gebonden zijn aan het werk, mag dat alleen gedaan worden onder toezicht. Ook ben je als organisatie verplicht aan de leeftijd aangepaste voorlichting te geven over de risico’s van het vrijwilligerswerk binnen je afdeling. Het is niet verplicht om een RIE te maken als je met vrijwilligers jonger dan 18 jaar werkt. Je moet wel extra aandacht besteden aan de werkomstandigheden zodat vrijwilligers onder de 18 jaar veilig kunnen werken. Een aantal werkzaamheden zijn voor minderjarigen verboden zoals het werken onder hoge luchtdruk (duiken), een hoge geluidsbelasting (boven 85 dB), schadelijke straling en schadelijke trillingen.
Betaalde medewerkers vallen volledig onder de Arbowetgeving. Je moet dan een RIE, een preventiemedewerker en de bedrijfshulpverlening organiseren. De verplichting geldt alleen voor de medewerkers in loondienst. Maar natuurlijk kunnen ook de vrijwilligers profiteren van de maatregelen die je als organisatie moet treffen. Als het aantal uren van de betaalde medewerkers boven de 40 uur uitkomt, moet je een RIE laten opstellen door een Arbodienst, zit het totaal onder de 40 uur per week, dan mag je zelf een RIE opstellen.
Als vrijwilligersorganisatie zonder Arbobeleid loop je risico’s die niet te onderschatten zijn. Denk aan een ongeval dat binnen de organisatie plaatsvindt. Als uit het onderzoek blijkt dat ‘gevaarlijke arbeidsomstandigheden’ daarvan de oorzaak zijn, en je hebt als afdeling nagelaten om maatregelen te nemen, kan je aansprakelijk gesteld worden. In dat geval start een civielrechtelijke procedure waarin bepaald kan worden dat de organisatie de geleden schade moet vergoeden. Wanneer je aan kunt tonen dat je als afdeling op een gedegen manier werk hebt gemaakt van veilige en gezonde arbeidsomstandigheden, is de kans veel kleiner dat je als afdeling iets te verwijten valt. Let op: het feit dat je afdeling een WA verzekering heeft, ontslaat je niet van je verantwoordelijkheid voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden! Het is belangrijk dat je je realiseert dat je daarvoor aansprakelijk gesteld kunt worden. Vrijwilligersorganisaties zijn ook verantwoordelijk voor het ‘voorkomen van gevaar voor derden’. Je bent dus ook verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid van personen die aan een activiteit van je afdeling deelnemen.
Vrijwilligers die actief zijn in je afdeling voelen zich serieus genomen als ze kunnen rekenen op de interesse en de zorg voor hun arbeidsomstandigheden. Een goed Arbobeleid helpt mee aan de motivatie van je vrijwilligers. Als je als afdeling je meerwaarde voor de gemeente en je doelgroep wilt bewijzen, kun je je geen slecht imago veroorloven, ook niet op het gebied van arbeidsomstandigheden. Jong Nederland vindt het belangrijk om aandacht te blijven besteden aan veiligheid. Daarom kun je blijven rekenen op ondersteuning en informatie vanuit je bureau op dit gebied. De Arbo-lijst van Jong Nederland blijft een goed hulpmiddel om je risico’s in kaart te brengen. Inspanningen die je al verricht hebt op het gebied van veiligheid zijn zeker niet voor niets geweest. Veiligheid blijft belangrijk, want kinderen moeten bij Jong Nederland veilig kunnen spelen en vrijwilligers moeten veilig hun werk kunnen doen. Jong Nederland is ervan overtuigd dat haar afdelingen deze verantwoordelijkheid zal nemen.