Leg een grote mat of kleed in het midden van de zaal. De mat is groot genoeg, zodat alle kinderen erop passen. Vertel een kort verhaaltje waar de woorden ‘in’ en ‘uit’ in voorkomen. Als je ‘in’ zegt moeten de kinderen zo snel mogelijk op de mat gaan zitten. Zeg je ‘uit’ dan moet je er zo snel mogelijk weer uit. Wie het laatst in of uit bed komt is af en moet aan de kant gaan zitten.
Nodig: grote mat of kleed