Stel de spelers op in 1 lange rij met vooraan de leider die bewegingen voordoet. Leg uit dat de spelers de bewegingen moeten nadoen van de speler die recht voor hen staat en dat ze dus niet naar de leider moeten kijken. De leider kan bijvoorbeeld beginnen door langzaam een arm op te heffen. De tweede in de rij doet dit na, de derde speler imiteert de tweede enz., zodat een vloeiende beweging ontstaat. Oefen verschillende bewegingen, die als golven door de rij gaan.
Als iedereen dit onder de knie heeft, verdeel je de groep in twee rijen, zodat er twee leiders tegenover elkaar staan. Wijs aan welke leider met de bewegingen begint. De andere rij vormt nu het spiegelbeeld. Voor een grote finale, verdeel je de groep in vier rijen in een x-vorm. Een leider doet de bewegingen voor en dit wordt door alle rijen nagedaan.
Nodig: vrolijke melodieuze muziek