De kinderen gaan dicht bij elkaar in een kring staan (of zitten). Een speler staan in het midden. De kinderen nemen het touw voor hen losjes met beide handen vast, zodat ze de ring kunnen verschuiven. Ze schuiven hun handen heen en weer over het touw en geven ongemerkt de ring door (laat ze eerst wat oefenen). Terwijl ze de ring doorgeven, dagen ze de speler in het midden uit met het rijmpje: Ra, ra,ra wie heeft de ring? Hij gaat rond in deze kring. Ra, ra, ra in welke hand? Of zit hij aan de andere kant?
Nodig: een touw dat lang genoeg is om de hele kring rond te gaan, schuif er een ring om en knoop de uiteinden vast.