Maak verschillende groepjes en oefen even met alle groepjes een ritme. Wijs nu 1 kind aan als dirigent. Hij/zij kan de groepjes laten spelen door er naar te wijzen. Een stopteken betekent dat ze moeten stoppen. Zo maak je ook een teken voor harder, zachter, sneller en langzamer. Na een tijdje veranderen de rollen.
Nodig: emmers, stokken, pannen etc.