Sinterklaas-/kerstspel

  • 4+

Cadeauspel

Ronde 1

  • laat een dobbelsteen rondgaan. Iedereen die 1 of 6 gooit, mag een pakje uitpakken.
  • alles uitgepakt? Laat iedereen even van zijn cadeaus genieten (nu het nog kan)!

Ronde 2

  • zet de wekker vijf à zes kwartier later, maar zorg dat niemand weet hoe laat het is. Dus: mobieltjes weg, horloges af, klokken afgedekt.
  • iedereen die nu 1 of 6 gooit moet een kaartje pakken en de opdrachten erop uitvoeren. Let op: iedereen houdt te allen tijde minimaal één cadeautje over. Dus als een kaartje je opdraagt je laatste cadeautje af te staan, dan gaat de beurt gewoon over.
  • als een kaartje helemaal niet van toepassing is, gaat de beurt gewoon voorbij.
  • de cadeautjes die je hebt als de wekker gaat, mag je houden.

Voorbeelden voor opdrachtkaarten:

  • pak het grootste cadeau en leg het bij je eigen cadeautjes.
  • pak het kleinste cadeautje en leg het bij je eigen cadeautjes.
  • zing een sinterklaasliedje dat nog niet gezongen is tijdens dit spel.
  • schuif allemaal één plaats naar links en laat de cadeautjes liggen.
  • pak het cadeautje bij een ander dat je het allermooist vindt.
  • ruil al je cadeaus met je linker buurman.
  • ruil al je cadeaus met iemand naar keuze.
  • doe een zwarte piet na en geef daarbij iemand één van jouw cadeautjes.
  • schuif allemaal drie plaatsen naar rechts en neem allemaal één cadeautje mee.
  • ruil één cadeautje met iemand anders naar keuze.

Nodig: dobbelsteen, cadeautjes (je haalt zelf een x aantal cadeautjes of iedereen koopt een x aantal cadeautjes voor een afgesproken bedrag), opdrachtkaartjes