De kinderen zitten in een kring. 1 kind krijgt een blinddoek op. Nu wijst de leiding een ander kind aan. Deze geeft het geblinddoekte kind een hand. Het geblinddoekte kind gaat nu raden wie voor hem staat. Hij/zij mag alleen de hulp van de leiding inschakelen door te vragen “aan wie stel je me nu voor?” De leiding mag dan antwoorden ” ik stel je voor aan”… en geeft dan een of meer hints.
Nodig: blinddoek