De kinderen zitten in een kring. In het midden staat een kind dat voor ezel speelt en een kind dat voor ezelverkoper speelt. De verkoper probeert de ezel aan iemand uit de kring te verkopen. Hij kiest een kind uit en zegt: “wil je mijn ezel kopen?” Zonder het gezicht te vertrekken moet het kind zeggen: “nee dank u”. Dan zegt de verkoper: “mijn ezel kan knappe dingen doen, zoals….”, en hij noemt iets op, bijv. dansen, een koprol maken, fluiten als een vogeltje, een liedje zingen, enz. De ezel moet die opdrachten zo goed mogelijk uitvoeren. De kinderen in de kring mogen niet lachen en zeggen: “nee, dank u”. Degenen die het eerst in de lach schiet, wordt de nieuwe ezel en wijst een andere verkoper aan.
Wil je mijn ezel kopen? Tafeltje dekje ezeltje strekje
Probeer niet te lachen om de ezel