Rupsenvraat

  • 6+

In een groepje vastgebonden als een rups samen geblinkdoekt een parcours afleggen.

De kinderen moeten, geblinddoekt en gebonden achter elkaar, zo snel mogelijk een kort parcours op open terrein afleggen, zoals een rups. De groepen (ploegjes van 5 à 6 personen) nemen plaats achter de startlijn. Voor elke groep ligt het benodigde materiaal klaar. Na het startsein neemt elke groep het dikke touw dat dient als ruggengraat. Elk kind bindt zich met het kleine touw hieraan vast. Vervolgens blinddoeken alle kinderen van de groep zich (behalve de laatste) en begeeft de rups zich over het spelterrein, in de richting van het afgebakend stukje bos. De rups moet een aantal hindernissen nemen (bijv. over een omgevallen boom kruipen, onder een net kruipen dat op de grond ligt …). Eenmaal in het bos aangekomen, zoekt de rups een boom die ze kan aantasten. Een boom is aangetast door rupsenvraat als er een blinddoek om geknoopt is. Een boom die al aangetast is, mag niet meer gebruikt worden. Zo gaat de rups verder tot ze al haar blinddoeken kwijt is. Omdat de rups steeds beter kan zien, wordt ze sneller en beweeglijker. De rups die het eerst al haar blinddoeken kwijt is, loopt nu zo snel mogelijk terug naar de startlijn, klaar om vlinder te worden.

Nodig: blinddoeken (per groepje: één minder dan het aantal kinderen), materiaal om een hindernis op te bouwen in open terrein (speel hierbij zoveel mogelijk in op de plaatselijke mogelijkheden), per groep een dik touw, per kind een klein touwtje.