Maak vier teams van drie personen of meer. Ieder team probeert zo snel mogelijk het speelbord rond te komen, door de mening van de andere spelers zo goed mogelijk in te schatten. Om beurten gooit een team met de dobbelsteen en mag zijn pion naar voren plaatsen. Als het team raadt wat de meeste mensen vinden, dan mag het team nog een keer gooien. Maak kaartjes met stellingen over onderwerpen die sterk leven binnen de groep. Na een worp neemt de spelleider een kaartje van de tafel en leest het voor. Iedereen bepaalt of hij voor (groen) of tegen (rood) de stelling is. Onzichtbaar worden de kaartjes aan de spelleider gegeven. Het team dat aan de beurt is, overlegt met elkaar en probeert te raden of het merendeel van de anderen voor of tegen de stelling is. Naargelang de keuze, steken ze een rode of een groene kaart omhoog. De spelleider telt de ingeleverde kaartjes. Heeft het spelende team de anderen goed ingeschat, dan mag het team nog een keer de dobbelsteen werpen. Het gebruik van rode en groene kaartjes is om de jongeren niet gehinderd te laten worden door de groep in het uiten van hun eigen mening.
Nodig: voor iedere speler een rood en een groen kaartje, zelfgemaakt speelbord (een ganzenbordspel voldoet ook), dobbelsteen en vier pionnen, kaartjes met stellingen.