De kinderen staan op wat afstand van elkaar verspreid in de ruimte. Ze hebben hun ogen dicht en steken een arm recht vooruit. De leiding heeft een muziekinstrument, bijvoorbeeld een trom of een triangel en speelt daarop steeds op een andere plaats in de ruimte. De kinderen draaien als een kompasnaald met het geluid mee. De arm wijst in de richting van het geluid.
Nodig: muziekinstrument