Er worden drietallen gevormd. Twee zijn robots en 1 is uitvinder. De robots staan met hun ruggen vlak tegen elkaar. Het is voor de uitvinder de bedoeling dat hij de robots tegenover elkaar krijgt. Zo gauw hij een robot aanraakt, begint deze te lopen. De robot stopt niet voor het eind van het spel. De uitvinder kan de robot in een andere richting laten lopen door op de rechterschouder (rechtsaf) of linkerschouder (linksaf) van de robot te tikken. Beide robots moeten bewegen en blijven bewegen.
Robots
Uitvinder moet de robots tegenover elkaar krijgen terwijl deze blijven bewegen